Ovido
Idioma
  • Inglés
  • Español
  • Francés
  • Portuguesa
  • Alemán
  • Italiana
  • Holandés
  • Sueco
Texto
  • Mayúsculas

Usuario

  • Iniciar sesión
  • Crear cuenta
  • Actualizar a Premium
Ovido
  • Inicio
  • Iniciar sesión
  • Crear cuenta

Begrippen Economie H.1-6

Middelen

Alles wat je nodig hebt om in je behoeften te voorzien.

Belangrijkste middelen zijn geld en tijd.

Schaars

Iets is schaars als het er niet van zelf is, er zijn productie middelen gebruik om het te maken.

prioriteiten stellen

Je kiest voor jezelf welke behoeften je het belangrijkst vindt.

Vrije goederen

Goederen die vrij beschikbaar zijn en waarvoor geen middelen zijn ingezet om ze te verkrijgen.

Doelgroep

Een groep consumenten met dezelfde kenmerken voor wie een reclame of product is.

Marketinginstrumenten - De 6 P's

- Productbeleid
- prijsbeleid

- plaatsbeleid

- promotiebeleid

- presentatiebeleid

- personeelsbeleid

Marketingmix

Het gebruik van meerdere marketinginstrumenten (6 P's) tegelijk.

Duurzaam consumeren

Je houdt bij jouw aankopen rekening met de gevolgen voor andere mensen en het milieu.

Keurmerk

Een logo op een product waarmee de fabrikant laat zien dat het product aan bepaalde eisen voldoet.

Maatschappelijke kosten

Alle nadelen die we als samenleving ondervinden van bijvoorbeeld milieuschade.

Bruto binnenlands product

Bbp.

De totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land.

Inkomensvormen

- Inkomen uit arbeid: loon, vakantiegeld, inkomen in natura.
- Inkomen uit bezit: rente, dividend, huur, pacht.

- inkomen uit overdracht (overdracht inkomen): zakgeld, kleedgeld, toeslagen, uitkeringen.

Modaal inkomen

Het inkomen dat het meeste voorkomt.

Nationaal inkomen

Wat alle inwoners samen aan inkomen hebben uit arbeid en bezit.

Lorenzcurve

Grafiek die de verdeling van het nationaal inkomen over de bevolking laat zien.

Welvaart

De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.

Welzijn

De kwaliteit van je leven.

Budgetteren

Je inkomsten en uitgaven op elkaar afstemmen.

Begroting

(Budgetplan)

Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven.

Dagelijkse uitgaven

Huishoudelijke uitgave: supermarkt, persoonlijke verzorging, cadeautje, uitgaan.

Incidentele uitgaven

Uitgaven die je niet zo vaak doet: vakantie, huishoudelijke apparaten.

Nibud

Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.

Geeft voorlichting over hoe je je inkomsten en uitgaven het best op elkaar kan afstemmen.

Reserveren

Je zet je geld opzij om later een bepaalde grote uitgave te kunnen doen.

Vaste lasten

De uitgaven die je met een vaste regelmaat moet betalen: huur, abonnementen.

Aanbod van geld

Geld op je spaarrekeningen.

ECB

Europese Centrale Bank.

De centrale bank van de eurozone.

Geldfuncties

Ruilmiddel, Spaarmiddel, Rekenmiddel.

Inflatie

Een algemene stijging van prijzen.

Rente

De prijs voor geld.

Saldo

Het bedrag dat op je bankrekening staat.

Creditsaldo (+) of Debetsaldo (-).

Vraag naar geld

Gezinnen en bedrijven willen geld lenen.

Beleggen

Je koopt iets waarvan je verwacht dat het meer waard wordt.

Dividend

De winstuitkering van een bedrijf aan de aandeelhouders.

Rente (bij sparen)

Een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld.

Rente wordt uitgedrukt in procenten per jaar.

Spaardeposito

Spaarrekening waarop je geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vast rentepercentage.

Spaarmotieven

Redenen om te sparen: doel, rente, voorzorg.

Consumptief krediet

Een lening voor de aanschaf van een consumptiegoed.

Hypothecaire lening

(hypotheek) Een lening voor de aankoop in termijnen van een woning.

Koop op afbetaling

Een kredietvorm waarbij je een aankoop in termijnen kunt afbetalen.

Kredietkosten

Alles wat je meer terugbetaalt dan het geleende bedrag.

Kredietvormen

Soorten leningen.

Bij een bank:

- Persoonlijke lening

- Doorlopend krediet

- Salariskrediet


Bij leveranciers:

- Koop op afbetaling

- Private lease

Private lease

Je gebruikt privé een consumptiegoed zonder dat het van jou is, hiervoor betaal je een vast maandbedrag.

Afschrijving

De jaarlijkse waardevermindering van kapitaalgoederen.

Investeren

Kapitaalgoederen aanschaffen, zoals machines of voertuigen.

Kostprijs per product

De kosten die je hebt voor het maken van 1 product.

Productiefactoren

De middelen die je nodig hebt om iets te produceren: natuur, arbeid, kapitaal, ondernemerschap

Toegevoegde waarde

Wat producten meer waard maken doordat bedrijven ze bewerken.

Variabele kosten

Kosten die mee veranderen als je meer of minder gaat produceren.

Vaste kosten

Kosten die gelijk blijven als je meer of minder gaat produceren.

Brutowinst

Wat je overhoudt van de omzet nadat je de inkoopwaarde ervan betaald hebt.

Brutowinstopslag

Het bedrag dat en winkelier optelt bij de inkoopprijs om daarmee de verkoopprijs te berekenen.

Consumentenprijs

Winkelprijs. De verkoopprijs inclusief btw.

Nettoresultaat

nettowinst of nettoverlies. Het bedrag dat uiteindelijk overblijft nadat je van de brutowinst ook alle bedrijfskosten betaald hebt.

Omzet

Verkoop Opbrengst. Het totaalbedrag dat je ontvangt door de verkoop van producten.

Arbeidsproductiviteit

De productie per persoon in een bepaalde tijd.

Maatschappelijke opbrengsten

Positieve gevolgen van productie voor de samenleving.

Productiecapaciteit

De maximale hoeveelheid producten die een bedrijf kan maken.

Aandbod

Alles wat producenten te koop aanbieden.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Bedrijven houden bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.

Markt

Alle vraag en aanbod van en naar een product, zoals de woningmarkt of de graanmarkt.

Marktaandeel

Je afzet in procenten van de totale afzet op de markt. Of je omzet in procenten van de totale omzet.

Vraag

De hoeveelheid producten die mensen willen kopen.

Arbeidsmotieven

Redenen om te willen werken.

Arbeidsverdeling

Personen of bedrijven doen werk waarin zij gespecialiseerd zijn.

Cao

Collectieve arbeidsovereenkomst. Afspraken per bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden.

Eenmanszaak

Onderneming met 1 eigenaar.

Productiesectoren

Indeling van productie en arbeid in: primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector.

Zelfstandige

Iemand die met een eigen bedrijf zijn inkomen verdient.

Zzp'er

Zelfstandige zonder personeel.

Algemene wet gelijke behandeling

Wet die het werkgevers verbied om onderscheid te maken op basis van leeftijd, gender, afkomst, religie en seksuele geaardheid.

Arbeidsparticipatie

Arbeidsdeelname. Het percentage van de bevolking dat werkt of wil werken.

Arbowet

Wet met regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

Flexibele baan

Je hebt alleen werk wanneer een bedrijf je nodig heeft.

Minimumloon

Het loon dat je vanaf 21 jaar minstens moet verdienen in een voltijdbaan.

Werknemersverzekeringen

Een uitkering voor mensen die in loondienst werken of hebben gewerkt. bvb de WW en de WIA.

Zwart werk

Betaald werk waarover je geen belasting of sociale premies betaald.

Arbeidsmarkt

Het geheel van vraag en aanbod naar en van arbeid.

Beroepsbevolking

Iedereen van vijftien jaar tot de pensioenleeftijd die werkt of werkloos is.

Geregistreerde werkloosheid

Wanneer je als werkloze bent ingeschreven bij het UWV.

Krappe arbeidsmarkt

Meer vraag naar arbeid dan aanbod van arbeid.

Ruime arbeidsmarkt

Meer aanbod van arbeid dan vraag naar arbeid.

Verborgen werkloosheid

Als je werkloos bent en niet bent ingeschreven bij het UWV.

Werkgelenheid

Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid.

Conjuncturele werkloosheid

Werkloosheid die het gevolg is van minder vraag naar goederen en diensten door afnemende bestedingen.

Frictiewerkloosheid

Kortdurende werkloosheid omdat er tijd nodig is om een nieuwe baan de vinden.

Loonmatiging

Beperking van de loonstijging.

Regionale werkloosheid

Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan het gemiddelde in het land.

Seizoenwerkloosheid

Werkloosheid doordat werk alleen in een deel van het jaar gedaan kan worden.

Structurelen werkloosheid

Werkloosheid als gevolg van problemen aan de aanbodkant van de economie.

Betalingsbalans

Een overzicht van alle ontvangsten uit het buitenland en alle betalingen aan het buitenland.

Exportquote

De totale uitvoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen.

Importquote

De totale invoerwaarde als percentage van het nationaal inkomen.

Gesloten economie

Een land met weinig in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen.

Het land heeft een lage import- en exportquote.

Open economie

Een land met veel in- en uitvoer in verhouding tot het nationaal inkomen.

Het land heeft een hoge import- en exportquote.

Wederuitvoer

Goederen worden eerst ingevoerd en onbewerkt of na een korte bewerking doorverkocht aan het buitenland.

Contigentering

Importquota.

Er mag een beperkt aantal producten worden ingevoerd.

Cuestionario
Level ∞Level ∞: Beyond "𝘕𝘦𝘷𝘦𝘳 𝘣𝘦𝘧𝘰𝘳𝘦 𝘴𝘦𝘦𝘯 𝘲𝘶𝘦𝘴𝘵𝘪𝘰𝘯𝘴. 𝘛𝘩𝘦𝘺 𝘢𝘳𝘦 𝘵𝘩𝘦𝘳𝘦 𝘵𝘰 𝘣𝘰𝘰𝘴𝘵 𝘵𝘩𝘦 𝘧𝘦𝘦𝘭𝘪𝘯𝘨 𝘰𝘧 𝘩𝘢𝘱𝘱𝘪𝘯𝘦𝘴𝘴, 𝘨𝘶𝘢𝘳𝘢𝘯𝘵𝘦𝘦𝘥."
Level 3Level 3: Getting Deep "𝘎𝘦𝘵 𝘥𝘦𝘦𝘱. 𝘛𝘩𝘦𝘴𝘦 𝘢𝘳𝘦 𝘵𝘩𝘦 𝘲𝘶𝘦𝘴𝘵𝘪𝘰𝘯𝘴 𝘵𝘩𝘢𝘵 𝘱𝘳𝘰𝘷𝘰𝘬𝘦 𝘵𝘩𝘦 𝘪𝘯𝘯𝘦𝘳 𝘺𝘰𝘶, 𝘢𝘯𝘥 𝘺𝘰𝘶𝘳 𝘳𝘦𝘢𝘭, 𝘥𝘦𝘦𝘱 𝘵𝘩𝘰𝘶𝘨𝘩𝘵𝘴." FINAL QUES...
Level 2Level 2: Confessions "𝘌𝘹𝘱𝘰𝘴𝘦 𝘺𝘰𝘶𝘳 𝘳𝘦𝘢𝘭 𝘵𝘩𝘰𝘶𝘨𝘩𝘵𝘴, 𝘨𝘦𝘵𝘵𝘪𝘯𝘨 𝘵𝘩𝘪𝘯𝘨𝘴 𝘰𝘧𝘧 𝘺𝘰𝘶𝘳 𝘤𝘩𝘦𝘴𝘵, 𝘢𝘯𝘥/𝘰𝘳 𝘭𝘦𝘵𝘵𝘪𝘯𝘨 𝘨𝘰 𝘰𝘧 𝘵𝘩𝘦 𝘵𝘩𝘪𝘯𝘨𝘴 𝘺𝘰𝘶 𝘬𝘦𝘦𝘱 ...
Level 1Level 1: Icebreakers "𝘚𝘶𝘳𝘧𝘢𝘤𝘦-𝘭𝘦𝘷𝘦𝘭 𝘵𝘢𝘭𝘬 𝘪𝘴 𝘣𝘰𝘳𝘪𝘯𝘨, 𝘴𝘰 𝘸𝘦'𝘳𝘦 𝘣𝘳𝘦𝘢𝘬𝘪𝘯𝘨 𝘵𝘩𝘦 𝘯𝘰𝘳𝘮 𝘰𝘧 𝘴𝘶𝘳𝘧𝘢𝘤𝘦 𝘭𝘦𝘷𝘦𝘭 𝘤𝘰𝘯𝘷𝘦𝘳𝘴𝘢𝘵𝘪𝘰𝘯." Draw a card, answ...
vocabulario 2.3
QuizChoose the correct answer.
REGISTRATION OF PLAYERS
catálogo de faltad de la armada de México
ley orgánica de la armada de México
ley de disciplina para el personal de la armada de México
MAINTENANCE OF CONTRACTUAL STABILITY BETWEEN PROFESSIONALS AND CLUBS
his programme annee
ethicsreviewer
job offers
why should se hire you
Respiratory System - Cell Biology Semester 2
artículos tema 4
POH R44pohR44
morfo 2do parcial
biología
historia de la psicologia
HISTORIA MEXICANA
alphabet🎀
physics g10
i protisti
geografia
Vocab 11-20
Geografi åk 8 -Väder och vind
techno
sistema respiratorio
storia dell'arte
Objective Questions
examen ingles
English vocabulary
Diving into
Flyg ENG
Flyg SV
i protisti
Lịch sử
Primer premolar superior
777 Tech Quiz
geography
Geografia
articulaciones del tobillo y piearticulaciones de tobillo y pie
Role of ICT in Assessment Learning
Aparato Urinario
INTERNATIONAL TRANSFERS INVOLVING MINORS
FACS Quiz
Week 6
Biologia V
biology
physics
math formulas
Biologia IV
Spanish Verbs
Bruno Mars - When I Was Your man
prova 1
musculo-squelettique
AQA THEME A RELATIONSHIPS & FAMILIES GCSE
AQA Catholic Christianity GCSE
data em ingles
Biologia III
ejes artculadorez de la nueva escuela mexicana
Articulo tercero de la constitucion mexicana
Evolución biológica
Teorías del origen de la vida
frases sobre hobbies
apache lang
English grammer
Tiraje 37
Biologia II
Biologia I
ET
pediatria
Incisivo central superior
Tera 2do parcial
Balanceo de ecuaciones quimicas, metodo de tanteo
Anatomía estoma
Spanish Final
english exam - copy
codes
aparato genital masculino
sistema urinario
Word Parts
egen text spanska
frågeord
MATH: unit 11 quiz
musikstilar
Medical Terms
bindeord spanska
Sakrament (kristendom)
Ortodox, katolsk och protestantisk kristendom
Radio
Aparato genital femenino
french places in town m or f
eng
eng
latin chapter 17 vocabulary
aparato genital masculino
prime acanguardie (basic)
Sistema cardiovascular
Insti admi
instit ad
quiz
Begrepp
tema 1 y 2
mercato crocieristico
Föräldrarätt
La poesía nicaragüense
La poesía nicaragüense
La naturaleza
CHM Ch 20-21
Permit test
sistema respiratorio
Biologia
genesis 1
j
drogadiccion
recursos humanos y materiales
productos y servicios que debe dominar
relacione columnas
servicio y excelencia de servicio
Frases francés
cnidarios
poriferos
frases francésfr
verbes irregullierjdidn
recursos propaganda
el impacto del comercio en europa durante la edad moderna
Källkritikvet it
Le travail, la puissance et l'énergie
Grammaire française
sistema respiratoriopropedeutica
sistema Digestivo
L-Föra Beveez.
Co enseñanza
Spettrofotometria
Europa (20)- países20 paises, hay que poner la capital
Defekter i material
Vocabulario 2
ednaquiz in TTL2
Psychology Testprep
Bioestafistica
neo 1
Chinese 词语
Science about Carbohydrates
Cadena trasnportadora de electrones
Histoire des idées politiques
Geografía
vocabulario 8
psicología
vocabulario 7
Sistema Tegumentario
D.Internacional
yo
Grados y movimientos de la elevación de hombrosGrados y movimientos de la elevación de hombros.
Músculos que trabaja la elevación de hombros y sus grados.Músculos que trabaja la elevación de hombros.
Post-Operatorio
Taller
Media A level Component 1
12 Korean GreetingsLearn 12 Korean Greetings for beginners Level 1
Funciones del lenguajeso
Ciclo de Krebs
Trans-Operatorio
BIO 2102 Repro
Descarboxilacion del piruvato
villes de france
Anestesia
Pre-Operatorio
Digestion de carbohidratos
Lecturalecturaaaa
Exam 3.2
Glucolisis anaerobia
Exam 3
svårt no 2
Regulacion de la glucolisis
adverbio
Svenska
Plants
Verbo
costumbrismoestudia
Compta générale (AFF)
no åk 8 människan del 2 - kopia
Polymera material
Kristallstrukturer
auxiliares
4. METABOLISMO
Glucolisis
Aparato Respiratorio
Aparato cardiovascular ( La sangre)Resumen
AUTORES LITERATURA
Geografía
historia
French Quiz: Mots de Contraire et mots similaires
Generalidades de Carbohidratos
Teoría de exponentes
Expressions
Anglicismes
Español
Mots de vocabulaire
Suffixes
Préfixes
2. GENÉTICA MOLECULAR
Kjsjs
Presentation 13
vocabulario 2
Articulaciones de la rodillaArticulaciones de la rodilla
Articulaciones de la columna vertebralArticulaciones de la columna vertebral
Vocabulario 3
medios de cultivo
Vabulario 1
Stylistic Devices
Cardiovascular system - Cell Biology Semester 2
engelska glosor 2
1. BIOMOLÉCULAS
Insti euro
Filipinofor exam
Réalisateur.triceQui a réalisé ... ?
finAL tisular
Matemáticas
Músculos que trabaja la elevación de hombroMúsculos que se trabajan ek la realización de elevación de hombros.
Artuculaciones del cuerpoLas articulaciones del cuerpo humano
lectura y reda
Skatt och momssatser
procesos
Martin
Les déchets Malas
farmacología
biomoleculas
biomeleculas
Célula
transporte membranal
microbiología y parasitología médica
les DHATUS
genética y mecanismos de herencia
metabolismo y respiración celular
piramide 6s haynes
dosha kapha principe de cohérence et de stabilité
Social Vocab
Compta générale (IC)
Pitta digestion et thermogénèse
Salesforce Data Cloud II
Vayu
INGLÊS
DGMEC
Salesforce Data Cloud 1
Nervsystemet
BIOLOGIA 20
organelos celulares y sus funciones
biologia celular y microbiología
aparato reproductor masculino
aparato reproductor femenino
aparato urinario
aparato respiratorio
aparato cardiovascular
sistema músculo esqueleto
sistema tegumentario
sistema linfático
sistema inmunológico
aparato digestivo
primeros pobladores del Perú
raquis
FÍSICA
QUÍMICA
HISTORIA UNIVERSAL
examen de historia
culture generale
Molecular
science
knowledge
infeccion de vias urinarias
tipos de choque
cardiopatia isquemica cronica y factores de riego
formacion de la placa de ateromaprocesos en los que se forma la placa de ateroma