Ovido
Idioma
  • Inglés
  • Español
  • Francés
  • Portuguesa
  • Alemán
  • Italiana
  • Holandés
  • Sueco
Texto
  • Mayúsculas

Usuario

  • Iniciar sesión
  • Crear cuenta
  • Actualizar a Premium
Ovido
  • Inicio
  • Iniciar sesión
  • Crear cuenta

biologie: planten

in de natuurkunde is adhesie de onderlinge aantrekkingskracht tussen ongelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding

adhesie

zijn een groep plantenhormonen met vergeijlbare structuur en effecten, die in planten een groot aantal belangrijke functies vervullen, zoals de groei van bovengrondse delen

auxine

transportkanalen in de bast, vooral bedoeld om suikers te vervoeren die gevormd zijn in het blad

bastvaten

callus bestaat uit ongedifferentieerde, totipotente cellen

callus

is een weefsellaag in planten, vooral bekend van bomen en struiken, die altijd ten minste ŽŽn cambium hebben. Het is een delingsweefsel, een van de weinige plaatsen in een plant waar nieuwe cellen gemaakt worden.

cambium

opstijging van een vloeistof (meestal water) in nauwe kanelen door onderlinge aantrekking van moleculen. In de bodem heeft dit stijging van het grondwater tot gevolg. In planten gaat het water in de houtvaten door capillaire werking omhoog.

capillaire werking

proces, waarbij cellen steeds meer gaan verschillen in vorm en functie. Celdifferentiatie treedt op bij de ontwikkeling van een meercellig individu.

celdifferentiatie

polymerisatieproduct van glucose. Cellulose is een bestanddeel van de celwanden.

cellulose

proces waarbij, bij de ontwikkeling van een meercellig individu, elke cel zijn specifieke bouw en functie krijgt.

celspecialiasatie

groei van de cel door opname van water in de vacuole. Celstrekking draagt bij planten bij aan groei en stevigheid van plantenweefsels.

celstrekking

is de onderlinge aantrekkingskracht tussen gelijke moleculen zonder dat er sprake is van een chemische binding.

cohesie

bloem met kelkbladeren, kroonbladeren, meeldraden en stampers.

complete bloem

waslaagje

cuticula

binnenste cellenlaag van de schors (schorsgrenslaag), vooral bij wortels. De endodermis is betrokken bij de selectieve opname van stoffen door de wortel.

endodermis

hierbij wordt een deel van een plant (de ent) vastgemaakt op een deel van een andere plant (de onderstam).

enten

opperhuid, buitenste cellaag (cellagen) van wortel, stengel en blad

epidermis

is een hormoon in planten, waar het verschillende effecten heeft. Een ervan is dat ethyleen wordt geproduceerd door sommige rijpende vruchten.

ethyleen

de bastvaten

floëem (phloem)

is het verschijnsel dat organismen - meer in het bijzonder planten - in hun fysiologie reageren op de jaarlijkse verschillen in daglengte

fotoperiodiciteit

is een biologisch verschijnsel, waarbij een organisme op de uitwendige lichtprikkel reageert

fototropie

is het verschijnsel dat de groei van planten beïnvloed wordt door de zwaartekracht.

geotropie

transportkanaal voor water en zouten, soms ook voor organische stoffen. Bij het ontstaan van houtvaten worden de wanden tussen in elkaars verlengde liggende cellen opgeruimd, waarna de cellen sterven.

houtvaten

openingen in de opperhuid van planten, bestaande uit twee sluitcellen rond een regelbare spleet. De huidmondjes dienen voor de gaswisseling.

huidmondjes

bloem mist iets uit dit rijtje: kelkbladeren, kroonbladeren, meeldraden en stampers.

incomplete bloem

krans van buitenste bloembekleedselen, meestal groen gekleurd en kleiner dan de kroon.

kelk

groep van individuen die door ongeslachtelijke voortplanting uit 1 organisme is ontstaan.

kloon

krans van binnenste bloemblaadjes. Kroonbladeren zijn meestal niet groen en groter dan kelkbladeren.

kroon

bestuiving waarbij het stuifmeel van een bloem van een andere plant van dezelfde soort komt

kruisbestuiving

(houtstof) is een stof, die voorkomt in de celwand van verschillende cellen.

lignine

het meristeem of plantaardige delingsweefsel bevindt zich op speciale plaatsen in de plant

meristemen

kerndeling waardoor twee kernen ontstaan die hetzelfde genotype hebben als de oorspronkelijke kern

mitose

vegetatieve voortplanting is een voortplantingsstrategie waarbij het nieuwe individu ontstaat uit een deel van het ouder individu. Er vindt geen meiose en geen kernsmelting plaats.

ongeslachtelijke voortplanting

weefseltype (vulweefsel) bestaande uit cellen met een dunne, niet verhoute wand, die het vermogen tot celdeling behouden hebben. Bij beschadiging in een plant gaan de parenchymcellen zich delen en een wondweefsel (callus) vormen dat de wond afsluit.

parenchym

stuifmeel

pollen

chromosomen komen in de kern meer dan paar voor, zoals 3n of 4n

polyploïde

vrijwel alle plantcellen hebben een primaire celwand. Na de mitose wordt allereerst de celplaat gevormd. Daarna wordt er vanuit de nieuwe cellen direct een verdikkingslaag aangebracht: de primaire celwand. Hij bestaat vooral uit cellulose.

primaire celwand

een disacharide waarvan elk molecuul bestaat uit een glucose-eenheid en een fructose-eenheid

sacharose

als de strekkingsgroei van de cel afgelopen is, kan een tweede verdikkingslaag worden afgezet. De secundaire wand groeit alleen in de dikte, niet in de oppervlakte. Hij kan opgebouwd zijn uit meerdere lagen. Hij bevat gewoonlijk veel lignine.

secundaire celwand

opvallend gevormde epidermiscel om een regelbare opening in de epidermis. De opening en sluitcellen vormen samen het huodmondje.

sluitcel

(embryonale) cel, waaruit zich weefsels ontwikkelen

stamcel

vrouwelijke geslachtsorgaan van de zaadplant. Een stamper bestaat uit stempel(s), stijl(en) en vruchtbeginsel

stamper

een buisvormige uitgroeiing van de stuifmeelkorrel waardoor de vegetatieve kern en de generatieve kernen uit de stuifmeelkorrel de eicel in het zaadbeginsel kunnen bereiken.

stuifmeelbuis

verzameling houtvaten en bastvaten en ander weefsel in kruidachtige stengels en bladeren

vaatbundel

hout uit jaarring met wijde houtvaten en dunne wanden

voorjaarshout

gedeelte van de stamper dat een of meer zaadbeginsel bevat

vruchtbeginsel

is een maat voor de energietoestand van water in vergelijking met zuiver water en bepaalt de richting en beweging van het water

waterpotentiaal

een stukje weefsel wordt uit een plant gesneden en onder steriele omstandigheden opgekweekt tot nieuwe planten

weefselkweek

druk in de houtvaten als gevolg van osmose door actief zouttransport door de endodermiscellen vanuit de wortelschors naar de houtvaten

worteldruk

uitstulping van een epidermiscel van een wortel

wortelharen

de houtvaten

xyleem

onderdeel van een vruchtbeginsel dat een eicel bevat en dat na bevruchting uitgroeit tot een zaad

zaadbeginsel

openingen in de dwarswanden van bastvaten

zeefplaat

bestuiving waarbij pollen op stempels van bloemen van dezelfde plant terechtkomt

zelfbestuiving

hout uit jaarring met dikke wanden en nauwe vaten

zomerhout

de bastvaten: transportkanalen in de bast

zeefvat

Cuestionario
6003 OS & Appl Security Week 7 Service Security Concepts
adjectives - JPN
Blood quiz - copy
Español Examen
Literary Terms C
tj judet onsdag
maths revison
Science-Biology
UE7-la vaccination toute une histoire
compounds mixtures and chemical change
introduction to elements
Presentation 1
psychological explanations for offending behaviour
lärande och utveckling 3
Imuno
Blood quiz
Name the formulas
Set 5 Vocab
Nonfiction text features
6003 OS & Appl Security week 7 Windows Services
1.1 Nature of Economics
TKMB
science
Physical science quiz
chapter 1
states of matter
no
KINE1102 midterm lecture 2
Latin
WHF 2
4.8 (Frans naar Nederlands)
KINE1102 midterm
home work
4.6 (Frans naar Nederlands)
öva mera på
4.4 (Frans naar Nederlands)
4.2 (Frans naar Nederlands)
nytt mag o tarm glosor test 4
French and British Fur Trade: Chapter 4
social feb 22
Computer Science
UE7-Paléoanthropologie: aux origines de l'Humanité
Franska prepositioner
4.1 (Frans naar Nederlands)
Computer Science
Cell Biology 25 (Manual flashcards)
Cell Biology 25
Computer Science
Philo
Apah africa people-artworks