Het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden.
Zaken die voor veel mensen belangrijk en nuttig zijn.
Een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent
op de politieke besluitvorming.
Een bestuursvorm waarbij de bevolking direct invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.
Een volksstemming over een bepaalde politieke m kwestie.
Een bestuursvorm waarbij de beslissingen worden genomen door met algemeen kiesrecht gekozen volksvertegenwoordigers.
De vrijheid van journalisten om ongehinderd, zonder toestemming van de overheid, berichten te publiceren
Een bestuursvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon of een kleine groep, waarbij de inwoners nauwelijks of geen invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming en de grondrechten niet of nauwelijks worden gegarandeerd.
De meest vergaande vorm van een autoritair regime, waarin inwoners vrijwel rechteloos zijn.
Spreiding van de staatsmacht over de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht.
Politieke partijen die niet in de regering zitten
Overheidscontrole van de media.
Een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de samenleving en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.
Politieke stroming die een actieve overheid wil om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen.
Politieke stroming die de nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid en zo min mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied wil
Een politieke ideologie die zowel linkse als rechtse standpunten heeft
Politieke stroming die de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers centraal stelt en streeft naar een terughoudende overheid die orde en gezag handhaaft.
Politieke stroming stroming die voortkomt uit het socialisme en streeft naar vermindering van sociale ongelijkheid door een actieve rol van de overheid.
Politieke stroming voortkomend uit het socialisme die gelijke kansen benadrukt en streeft naar een sterke rol van de overheid om gelijkheid tot stand te brengen.
Politieke stroming die zich baseert op het christelijk geloof en
bijpassende waarden als naastenliefde en saamhorigheid.
Organisaties die tussen de overheid en individuele burgers in staan en die verschillende groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen
Politieke stroming die de zorg voor de aarde centraal stelt waarbij het bestrijden van de klimaatcrisis en beschermen van het milieu voorop staat
Politieke stijl die de stem van het volk wil laten horen me en zich keert tegen de elite.
Politieke stroming die meer zeggenschap en macht nastreeft van het eigen land (natie).
Vooruitstrevend zijn en de maatschappij willen veranderen.
Behoudend zijn en benadrukken wat al is bereikt.
Een organisatie die is opgericht om één bepaald maatschappelijk doel te bereiken.
Een organisatie die de belangen van één bepaalde groep verdedigt
Een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een goede
samenleving, met als doel mee te beslissen over het bestuur van ons land.
Een politieke partij die één specifieke doelgroep vertegenwoordigt of zich vooral richt op één aspect van de samenleving.
Een politieke partij die de democratie wil afschaffen.
De mate waarin het parlement een afspiegeling vormt van de
samenstelling en behoeften van de gehele bevolking.
Het recht om bij verkiezingen een stem uit te brengen.
Het recht om verkiesbaar te zijn.
De persoon die nummer 1 staat op de kandidatenlijst en het gezicht is van de partij.
Communicatiedeskundige die kandidaten adviseert over een zo positief mogelijk imago.
Kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.
Onderzoek waarin kiezers wordt gevraagd op welke politieke partij ze gaan stemmen.
Kiesstelsel waarbij alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.
Kiesstelsel waarbij een land wordt verdeeld in districten en waarbij de afgevaardigde die de meeste stemmen haalt in het district in het parlement komt.
De koning en de ministers
Het dagelijks bestuur van het land, bestaande uit ministers en
staatssecretarissen.
Lid van de regering en van het kabinet.
Lid van het kabinet dat verantwoordelijk is voor een deel van het beleidsterrein van de minister.
De leider van de regering.
Jaarlijkse toespraak van de koning op Prinsjesdag waarin hij de plannen van de regering voor het komende jaar presenteert.
Plannen van het kabinet voor een jaar.
Een samenwerkingsverband van twee of meer politieke partijen
De plannen van de regering voor de komende jaren.
Jaarlijks overzicht van alle inkomsten en uitgaven van het kabinet
Het proces waarbij na de Tweede Kamerverkiezingen een nieuw kabinet wordt gevormd.
De persoon die geschikte ministers en staatssecretarissen zoekt
Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd in de Grondwet zijn vastgelegd.
Ministers zijn verantwoordelijk voor hun eigen beleid en voor alles wat de koning zegt en doet.
De koning kan niet ter verantwoording worden geroepen voor politieke
daden.
Na de val van het kabinet blijven de ministers tijdelijk in functie totdat er een nieuwe regering is gevormd.
Een democratie waarin de bevolking indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming door vertegenwoordigers te kiezen die samen het parlement vormen.
De Eerste en Tweede Kamer samen.
Directe volksvertegenwoordiging met 150 leden, die wetten mogen goedkeuren, afwijzen of veranderen.
Indirect gekozen vertegenwoordiging met 75 leden die een wetsvoorstel alleen in zijn geheel goed- of afkeuren.
De groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan.
Een partij die in de regering zit.
Een partij die niet in de regering zit, maar deel uitmaakt van de
volksvertegenwoordiging.
De verdeling van de macht van de overheid in de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke macht.
Het parlementaire recht om wetsvoorstellen te aanvaarden of te
verwerpen.
Het parlementaire recht om de rijksbegroting wel of niet goed te keuren
Het parlementaire recht om een wetsvoorstel in te dienen.
De mogelijkheid van de Tweede Kamer om een wetsvoorstel te wijzigen.
Het parlementaire recht om zowel schriftelijke als mondelinge vragen te stellen aan de minister.
Het parlementaire recht tot een verzoek aan de minister om iets te doen of juist niet te doen.
Het parlementaire recht om een spoeddebat aan te vragen met de minister.
Het parlementaire recht om een onderdeel van het regeringsbeleid grondig te onderzoeken.
De manier waarop politici met elkaar omgaan in een land en met elkaar samenwerken.
Nederlandse democratische cultuur waarbij partijen bereid zijn
compromissen te sluiten en met elkaar te overleggen.
De rijksoverheid stelt de grote lijnen vast en laat de precieze invulling over aan lagere overheden (gemeenten en provincies).
Direct gekozen volksvertegenwoordiging die de belangrijkste besluiten neemt in een gemeente.
Het dagelijks bestuur van de gemeente
Het indelen van een gebied op basis van duidelijke plannen en regels
De direct gekozen vertegenwoordigers van de provincie.
Het dagelijks bestuur van de provincie.
De voorzitter van zowel Gedeputeerde Staten als van Provinciale Staten
Regionaal overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor de
waterhuishouding.
De onderwerpen waarover politici met elkaar gaan praten.
Alle personen en organisaties die betrokken zijn bij het politieke
besluitvormingsproces
Het persoonlijk contact zoeken met politici en ambtenaren om zo te proberen de regelgeving te beïnvloeden.
Benaming voor ambtenaren vanwege hun invloed op de politiek.
Het geven van informatie door de media over politieke en
maatschappelijke kwesties.
Het signaleren en publiceren van problemen door grondig onderzoek door de media.
Het becommentariëren van allerlei politieke kwesties door de media.
Het ruimte geven aan politici, organisaties en burgers om hun mening te geven in de media
Het kritisch volgen van politici door de media.
Het exclusieve recht van een staat om zonder inmenging van buitenaf beslissingen te nemen.
De economische en politieke samenwerking van 27 Europese lidstaten.
De gemeenschappelijke munt in (een deel van) de EU.
Het streven om in Europa tot meer eenheid te komen.
Het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in de EU.
Het dagelijks bestuur van de EU dat Europees beleid uitvoert en
wetsvoorstellen schrijft.
Ministeriële vertegenwoordiging van alle 27 EU-lidstaten, waarbij de samenstelling afhankelijk is van het beleidsonderwerp.
Het overleg van alle regeringsleiders van de 27 EU-lidstaten bij elkaar
De volksvertegenwoordiging van de EU met 705 leden die om de 5 jaar rechtstreeks gekozen wordt door de burgers in de lidstaten.
De rechtsprekende macht van de EU, bestaande uit 27 rechters uit elke lidstaat.
De organisatie die moet zorgen voor stabiliteit op financieel gebied in de EU.
De geringe invloed van burgers op de Europese besluitvorming.
Militair bondgenootschap van 30 lidstaten
Besluiten die uitsluitend door nationale regeringen samen worden genomen en niet door een internationale organisatie zoals de EU.
Afspraken en regels van internationale organisaties waaraan landen die lid zijn zich moeten houden.
Het wereldwijde samenwerkingsverband van landen die samenwerken op het gebied van internationaal recht, mensenrechten, voedselveiligheid, armoedebestrijding en een schoner milieu.
Bijeenkomst van alle VN-lidstaten.
Het orgaan binnen de VN dat beslist over militaire vredes- en
veiligheidsoperaties bestaand uit vijftien landen, waarvan vijf permanente leden.
Het recht om te voorkomen dat een resolutie wordt aangenomen.