Ovido
Language
  • English
  • Spanish
  • French
  • Portuguese
  • German
  • Italian
  • Dutch
  • Swedish
Text
  • Uppercase

User

  • Log in
  • Create account
  • Upgrade to Premium
Ovido
  • Home
  • Log in
  • Create account

sociale psychologie

Wat is de inhoud van sociale psychologie?

gedrag, gevoelens en gedachten van mensen in relatie tot anderen.

Eenzaamheid bestaat uit:

sociale en emotionele eenzaamheid

wat is: er niet bij horen, gevoel v zinloosheid, zelfwaardering daalt; ervaren v fysieke pijn, zelfs bij onbekende groep.

uitsluiting

waarvandaan komt de need to belong?

sociale steun, voortplanting, samenwerking

noem de 4 soorten sociale steun:

emotioneel, informationeel, instrumenteel, waarderend

uit welke levels bestaat een sociaal netwerk van dichtbij naar veraf?

steungroep, sympathiegroep, weak ties

Welke hypothese: gevoel v bevestiging erbij te horen versterkt de zelfwaardering.

sociometerhypothese

welk experiment:, eigen normen/ waarden overboord gooien agv need to belong, om te conformeren aan groepsdruk.

stanford gevangenis experiment

welk begrip: wetenschappelijke studie v manier waarop gedachten, gevoelens en gedragingen v mensen worden beinvloed door de werkelijke of voorgestelde aanwezigheid v andere mensen

sociale psychologie

sociale beinvloeding bestaat uit (9)

klassieke conditionering, operante conditionering, sociaal leren, sociale normen, macht, emotionele besmetting, sociale vergelijking, priming, overreding

welke 5 machtsvormen bestaan er?

beloningsmacht, bestraffingsmacht, legitimiteitsmacht, referentiemacht, deskundigheidsmacht

welk begrip: onbewust overnemen v elkaars emoties agv spiegelneuronen.

emotionele besmetting

welk begrip: op basis v omgeving bepalen wat de sociale norm is

sociale vergelijking

manieren van sociale vergelijking (4)

opwaarts, neerwaarts, contrast, vergelijking

welk begrip: wat je eerder onbewust hebt meegemaakt, zorgt onbewust voor verhoogde sensitiviteit v bepaalde stimuli

priming

wat zijn de 6 beinvloedingsprincipes cialdini?

wederkerigheid, consistentie, sociaal bewijs, sympathie, autoriteit, schaarste

waaruit bestaat zelfbeeld?

zelfkennis, zelfwaardering

welk begrip; mensen organiseren zelf kennis mbv zelfschema's

zelfschematheorie

welk begrip; beter willen voelen over onszelf; better than Average effect

zelfverheffing

waar?
we hebben 4 zelven:

1 actual self (werkelijk)

2 ideal self (ideaal)

3 ought self (moeten)

4 gevreesde zelf (niet willen zijn)

waar

welk begrip: er zit veel verschil tussen de zelven (verlaagd zelfbeeld)

zelfdiscrepantietheorie

welk begrip: eigen groep voortrekken tov andere groep

ingroup favoritism

welk begrip: alle leden van de outgroup over 1 kam scheren

outgroup homogeniteit

welk begrip: kennis, ideeen en verwachtingen van een sociale groep

stereotype

welk begrip; gevolgtrekking die men trekt op basis v stereotype

vooroordeel

welk begrip; benadelen v iemand omdat deze lid is vd outgroup

discriminatie

welk begrip; toeschrijven v bepaalde gebeurtenissen aan bepaalde oorzaken

attribueren

waar?
attribueren kan:

- intern/ extern (waar leg je de verantwoordelijkheid)

- stabiel/ instabiel (oorzaak)

- globaal/ specifiek

waar

welk begrip; invloed onderschatten bij negatief gedrag ve ander

fundamentele attributiefout

welk begrip; misattributie v lichamelijke opwinding/ arousal

excitation transfer

waar?
wat je kan doen bij heuristiek waarneming?

- baseren op betrouwbare bron

- checklists gebruiken

- nietwetend en nieuwsgierig opstellen

- realiseer: oordeel altijd subjectief!

- goed informeren

- neem tijd voor inschatting

- wees zelfkritisch

waar

waardoor wordt sociale aantrekkingskracht bepaald?

gelijkheid, nabijheid, zelfonthulling

welk begrip: naarmate mensen een onbekende vaker zien, gaan ze diegene aardiger vinden

mere exposure effect

welk begrip; bewust onthullen v info over jezelf

zelfonthulling

soorten humor:
- affiliatieve humor (goedaardig, cynisch)

- agressieve humor (cynisch, kwetsend)

- .....humor (jezelf belachelijk maken)

- zelfdienende humor (binnenpretjes)

zelfvernederende

waar?
welke werkmodellen horen erbij?


zekere hechting: overtuiging zelf en ander +

gepreoccupeerd: zelf - ander +

afwijzend-vermijdend: zelf + ander -

angstig-vermijdend: zelf - ander -

waar

kluwengezin vs...

loszandgezin

welk begrip; vrijwillige & wederzijdse relatie tussen 2 pers waarbij een uitwisseling plaatsvindt v zaken die door beiden belangrijk worden gevonden mbt emo, intimiteit en steun

vriendschap

welk model? relatiekwaliteit hangt af v
- tevredenheid relatie

- omvang v investeringen in relatie

- kwaliteit v alternatieven

investeringsmodel

zijn dit functies v emoties?
- communiceren met anderen

- anderen beinvloeden in omgang met je

- sociale contacten uitnodigen

- creeren, onderhouden & beeindigen relaties

waar

welk begrip; complexe psychologische staat; bestaat uit subjectieve ervaring, fysieke reactie en gedragscomponent (+ gedachten)

emotie

wat zijn de 6 basisemoties?

boos
angst

walging

blijheid

verdriet

geluk

negatieve zelfbewuste morele emotie; ontstaat bij toegeven schenden morele wet

schuld

op hele persoon gericht; negatieve zelfbewuste emotie

schaamte

welke soort jaloezie horen erbij!
... reactie op gebeurtenis

... angst

... geobsedeerd

reactief
bezorgd

ziekelijk

noem 3 manieren om om te gaan met negatieve emoties:

probleemgerichte of emotiegerichte coping
sociale steun

copingstrategie

afgaan op sociale omgeving; hoe meer omstanders, hoe minder snel men te hulp schiet ivm gedeelde verantwoordelijkheid & sociale norm

omstanderseffect

groepsprestaties zijn afhankelijk v:

interne en externe motivatie
social loafing

sociale facilitatie

minder je best doen, meevaren op de rest omdat je nauwelijks gezien wordt

social loafing

aanwezigheid in de groep zorgt hoe jij presteert

sociale facilitatie

hoe heet de samenhang/ identificatie met de groep die de groep beter doet presteren?

groepscohesie

welke 3 vormen van besluitvorming bestaan er?

unanimiteit
meerderheid

groupthink

manier v denken waarbii streven naar consensus en unanimiteit binnen de groep belangrijker is dan zoeken naar de beste oplossing

groupthink

welke waardedimensies v Hofstede spelen er in een cultuur?

grote vs kleine machtsafstand
hoge vs lage onzekerheidsvermijding

collectivisme vs individualisme

masculiniteit vs feminiteit

lange vs kortetermijngerichtheid

wat zegt het KARMAA model? (Kindship, Acceptance and Rejection Model)

outgroup wordt negatief behoordeeld, geindoctrineerd door ingroup (wij-zij denken). agressie vs altruisme

welke marketing beinvloedingstechnieken beschrijft Cialdini:

sociale bewijskracht (ander doet het ook)
autoriteit (deskundige zegt het)

schaarste (laatste willen hebben)

sympathie (overtuiging)

commitment & consistentie (verbonden zijn door vaker iets te kopen)

wederkerigheid (iets terug moeten doen)

waarop focus je als je gerichte priming toepast?

trauma

welk model bevat de volgende fases v verandering?
- precontemplatiefase (onbewust)

- contemplatiefade (bewust)

- voorbereidingsfase

- actiefase

- vasthoudenfase

transtheoretisch model

begrip: uitkomst ve proces v neerwaartse vergelijking

trots

noem de verklaring voor hulpvaardig gedrag (7)

gedeelde genetische band
reputatie verbeteren

empatische gevoelens

onlustgevoelens verminderen

motivatie zich goed te voelen

plichtsbesef

streven naar wederkerigheid

zoeken mensen een partner met een andere hechtingsstijl?

Nee

functies van roddelen?

als informatiebron
machtsmiddel

afleiding

gevoel v saamhorigheid

hoe heet het effect dat mensen minder competitief zijn wanneer ze met meer mensen de competitie aangaan? (minder winkans)

N-effect

wat vergroten deze factoren:
- fysieke aantrekkelijkheid (HALO-effect; meer positieve eigenschappen toeschrijven)

- gelijksoortigheid

- vertrouwen

sympathie

zijn perifere cues in staat attituden te beinvloeden?

ja (bijv mere exposure effect)

welke factoren beinvloeden de intentie in het model v beredeneerd gedrag?

attitude
waargenomen gedragscontrole

subjectieve norm

hoevaak verversen we onze vriendenkring?

elke 7 jaar

hoe kan je social loafing tegengaan?

individuele bijdrage bekendmaken

begrip: individuele standpunten komen door groepsvergadering versterkt terug in groepsstandpunt

groepspolarisatie

begrip: mensen hebben vooral aandacht voor de info die dezelfde affectieve waarde heeft als de stemming waarin ze verkeren

mood congruence effect

welke redenen zijn er om te liegen?

- straf vermijden
- beter van worden

- ruzie vermijden

- erbij horen

- ander een goed gevoel geven/ niet kwetsen

f of g cultuur?
wordt meer waarde gehecht aan ongeschreven regels; indirecte, voorzichtige communicatie.

f-cultuur

f of g cultuur?
directe communicatie, vrijheid v individu. minder sociale cohesie.

g-cultuur

Wat geeft bij conflict in de groep richting aan gedrag binnen de groep?

sociale normen (=gedragsregels)

wanneer is macht constructief?

- gebruikt om effectiviteit v groep te vergroten
- plaatsvinden met instemming v groepsleden

waartoe leidt volgens de contacthypothese meer contact tussen ingroup en outgroup toe?

positieve interdependentie

wat zijn de 4 voorwaarden vd contacthypothese mbt positieve interdependentie?

- leden van ingroup en outgroup werken samen
- beide groepen hebben een gelijke status

- er zijn gezamenlijke doelen

- autoriteiten/ sociale norm ondersteunt het contact

beslissingen over toezeggingen hebben, ookal sta je er niet achter, de neiging zichzelf in stand te houden. hoe komt dit?

doordat mensen zichzelf v argumenten voorzien

begrip: effect dat na verschijning berichten over zelfmoord meer zelfmoord teweegbrengt

werther effect

theorie die ons doet begrijpen waarom een overredende boodschap soms succes heeft en soms niet?

eleboration likehood model

wat toont het stanford gevangenis experiment?

de sterke rol v conformisme

waarvan is sprake bij de jigsaw methode om discriminatie tegen te gaan?

positieve interdependentie

welk effect ontstaat wanneer men lage verwachtingen van je heeft en dus daardoor ook daadwerkelijk minder presteert?

golem-effect

welke factoren beinvloeden de intentie in het model v beredenerend gedrag?

attitude
waargenomen gedragscontrole

gedragsmatig aspect

waaruit bestaat attitude?

affectief aspect
gedragsmatig aspect

hoe noemt de zelfdeterminantietheorie de behoefte erbij te horen?

need to belong

hoe groot kan een sociaal netwerk max zijn?

150 personen

welke hypothese? sociale relaties zijn een buffer tegen stress door praten, relativeren, oplossen en troost.

bufferhypothese v sociale steun

factor die stress opwekt

stressor

Yerkes-Dodson Law heeft het over welke fases?

verveling-licht alert-optimaal focus-gestresst-uitgeput

welke soorten stressoren zijn er?

- ingrijpende levensgebeurtenissen
- dagelijkse ergernissen

- chronische stressoren

begrip: emoties & stemmingen kunnen (onbewust) worden overgedragen op anderen

emotionele besmetting

begrip: omgaan met problemen en stress

coping

begrip: manier van omgaan met negatieve emoties

copingstrategie

welke copingstrategieen zijn er?

- adaptief (effectief)
- maladaptief (lost niet op)

- cognitief

welke vormen v sociale steun zijn er?

- emotionele steun
- informationele steun

- instrumentele steun

- waarderende steun

model: wanneer de emotie emmer overloopt, afh van;
- hoeveelheid stressoren

- grootte vd emmer

- hoeveelheid copingstrategieen (kraantje)

diathese-stressmodel

wat zijn redenen om sociale steun te geven?

- delen v genetische band (theorie v inclusive fitness)
- eigen reputatie verbeteren (theorie v competitive altruism)

- empathie voelen voor de ander (empathie-altruismehypothese v Batson)

- onlustgevoelens verminderen (negative state relief-model)

- zelf goed willen voelen (theorie v mood enhancement)

- plichtsbesef (sociale normen)

- streven naar wederkerigheid

begrip; bewust mentaal proces waarbij men zijn best doet zich te verplaatsen in perspectief vd ander

cognitieve empathie

begrip; onbewust meevoelen met de ander in reactie op wat de ander aan gevoel laat zien/ meemaakt

emotionele empathie

Quiz
Kinjo tempura
Tahitien - verbe
Latin Endings
UNIT 1 Family stuides
What is what
bcehs
interaction juridique
Pharmacologie
Gen Bio Long Quiz
Anatomie Hart
shakespeare guilt
bio unit1
Axial/Appendicular Skeleton 4/5
Snabba cash
TKM
Englisch Vokabelquiz
Basiswoorden oefenen bijvoegelijk naamwoorden
greography
neuro
Families Unit 1
TW2
Duits
AS BUSINESS | Unit 1 exam revision
Human Geography: Case studies
marknasföring
derivative rules
analyses linéaires
Psychologie H1
frans chaptire 3
frans chaptire 3
Begrepp, religion prov begrepp
metal extraction
behaviour of metals
anglais vacances de fevrier
Theorists
Ak Hoofdstuk 3
magtarm
connecteur logique
practical lab 3 part 2
practical lab 3 part 1
chapter 27
Weekly Spelling Test
plant cell
chemistry
religon
reproduction
science chp.8
Animal cell
periodic table
periodic table