een cultureel veranderingsproces dat op gang komt wanneer twee
groeperingen met een verschillende cultuur, met elkaar in contact komen.
intergratie, separatie, marginalisatie, assimilatie
Affectieve aspect, behavior aspect, cognitive aspect
is het emotionele aspect van acculturatie en kijkt naar het
psychologische welzijn en tevredenheid over het leven
je hebt bepaalde vaardigheden nodig om met de nieuwe
cultuur om te leren gaan, gedragsperspectief
hoe mensen denken over zichzelf en andere in interculturele
ontmoetingen
culturele assimilatie, structurele assimilatie, huwelijksassimilatie, identificatieassimilatie, tolerantieassimilatie, tolerantieassimilatie, inburgering
Aanpassing aan patronen van dominante cultuur.
Persoon participeert in sociale, politieke, economische en culturele instituties.
persoon trouwt met iemand van nieuw cultuur
persoon identificeert met dominante cultuur
eerste vorm = geen vooroordelen, twwede vorm = geen discriminatie
persoon wordt gezien als gelijkwaardige burger
Autonome minderheden, immigrantenminderheden, kateachtige minderheden
groeperingen die slechts in numerieke zin een
minderheidspositie innemen. Ze behouden hun eigen cultuur wat gelijkmatig
deelnemen aan samenleving verhinderd.
recht geïmmigreerde groepen die hoge verwachtingen
hebben v nieuwe samenleving en optimisme aan kinderen overdragen (asians)
groeperingen die in hun sociale status zijn gevangen.
Zijn vaak groepen die onvrijwillig zijn gemigreerd of onvrijwillig gemarginaliseerd in
de samenleving
De mate waarin acculturerende personen het behoud van hun eigen culturele
erfgoed belangrijk vinden
De mate waarin acculturerende personen contact met leden van andere culturele
groepen en participeren in de maatschappij, belangrijk vinden
kinderen van migranten die geboren zijn in
de ontvangende samenleving een betere sociaaleconomische positie innemen en zowel
structureel als sociaal-cultureel beter geïntegreerd zijn dan migranten van de eerste
generatie. Assimilatie kan plaatsvinden gedurende meerdere generaties, waarbij het
verschil tussen de eerste en tweede generatie doorgaans het grootste is
integratie is niet onvermijdelijk en verloopt niet op dezelfde manier. Diversen factoren hebben invloed op integratie
blijven hangen in dezelfde onderklasse, door geen assimilatie.
in hogere klasse terecht komen door assimilatie
Feeling well (psychologische welbevinden) en doing well (sociocultureel, schoolprestaties)
cognitief proces om structuur aan te geven aan verschillende groepen in de
samenleving
weergave van eigenschap die aan bepaalde groep wordt toegekend.
van tevoren bepaalde verwachtingen
hebben van iemand, vaak negatieve lading
handeling van gedwongen uitsluiting en gedwongen opname, je wilt iedereen op hun eigen plek houden.
contact en delen tussen etnische groepen leidt tot wederzijdse
acceptatie
gelijke status tussen groepen, gemeenschappelijke doelen, samenwerking, ondersteuning door autoriteiten
groepen waar een persoon bij hoort, en waarvan de
normen zijn geaccepteerd)
groepen waar een persoon niet bij hoort, en
waarvan de normen zijn afgewezen
groepen waar een persoon
niet bij hoort, maar van wie de normen zijn geaccepteerd
de angst om te voldoen aan het stereotype van de groep waartoe
diegene behoort.
_Algemene negatieve reputatie van een groep.
- Stereotype wordt extra relevant als je je hier zelf mee identificeert.
- De type en mate verschilt per groep.
- Je hoeft niet zelf te geloven dat het steretype klopt, om de ST te ervaren.
een levenslange blootstelling aan de negatieve vooroordelen van de maatschappij over hun vermogen
1 Segregatie van gemeenschapsbezigheden.
2 Hiërarchische organisatie.
3 Overleven.
4 Clusters van opvoeddomeinen.
gedachtes over de populaties doorgegeven worden over
generaties.
verticaal (binnen generatie), horizontaal (biologisch tussen generaties), oblique (tussen generaties en maatschappij, denk aan docenten)
culturele kenmerken worden overgedragen op een
individu. Is vaak het leren zonder specifiek te scholen door ouders, vrienden en netwerk wat
de ontwikkeling van het individu vormt (informele overdracht)
aanleren van door cultuur geaccepteerd gedrag door specifieke instrcutie en training door instutitie> formele overdracht
universalisme, ethnocentrisme, decontextualisering, adultocentrsime, insider/outsider perspectief, lineaire culturele evolutie
theorieen zijn niet toepasbaar op andere culturen, kennis wordt binnen verschillende culturen anders geinterpreteerd
niet-westerse culturen moeten streven naar westerse cultuur, andere culturen zijn barbaars, westerse is de beste
context heeft geen invloed
volwassen kan zicht niet verplaatsen in de schoenen van het kind waardoor het kind niet goed begrepen wordt
westerse cultuur is normaal en andere culturen hebben een tekort > ethnocentrisme
Culturen moeten zich ontwikkelen volgens westerse cultuur, begind bij premitief en eindigend bij westers, culturen zouden dus achterlopen
oustides kent het cultuur nog niet en insider is bekend met de regels van het cultuur, beide nodig om genuanceerd beeld te krijgen
nadruk ligt op het verloop van de cognitieve ontwikkeling als resultaat van sociale interacties tussen leden van een cultuur. Elke functie van de culturele ontwikkeling komt twee keer, eerst op het sociale level (tussen mensen) en daarna op het individuele level (in jezelf)
Ontwikkeling vindt plaats in een specifieke culturele context. Het verbindt de ontwikkeling aan 3 delen van de culturele omgeving
De fysieke en sociale setting, psychologie van de verzorgers, cultureel bepaalde gewoonten voor de opvoeding en verzorging
degelijkse, vanzelfsprekende omgang met kinderen > onbewust/collectivistisch
opvoeding waarbij ouders op het opvoedproces reflecteren en sturend optreden
leefwijze en culturele orientatie van een groep heeft invloed op de familiestructuur, socialisatiewaarden, interactiepatronen en identiteit van een persoon
hecting, grenzen stellen voor kinderne, evolutionaire achtergrond, volwassene is belangrijk voor kind
Conten integration, kennis constructie, verminderen van vooroordelen, eigen vermogen van opvoeden, emporing schoolcultuur en social structuur
Onderwijs over andere culturen, doel is het hervormen van onderwijs zodat er onderwijsgelijkheid is
Onderwijs over de interactie tussen culturele groepen, verantwoordelijkheid creeren bij leerlingen
contributie, toevoegingen, transformaties, sociale actie
Kinderen met migratieachtergrond hebben een kloof, docenten moeten deze kloof opzoeken en kijken naar wat kinderen wel kunnen ipv wat ze niet kunnen
kinderen hebben achterstand die ingehaald moeten worden, kijken naar wat kinden niet kunnen zonder rekening te houden
discussie over culturele diversiteit worden geplaats in nationale raamwerken, inclusie van minderheden
Sociale conflicten en culturele oorlogen zijn main point, ras wordt gedefinieerd binnen huidige ideologie, behoeften en uitdagingen
er wordt gesteld dat de waarden en het maatschappelijk
kapitaal dat in verband staat met de cultuur van de beschaafde samenleving,
superieur zijn ten opzichte van de etnische of nationale waarden
waarden van de cultuure en etniciteit belangrijk, verschillen worden gewaardeerd zolang ze niet botsen met dominante cultuur
leren van leraren, leren van leerlingen, relaties tussen groepen, schoolbestuurd/organisatie en gelijkheid, beoordeling
verschillende culturen en de culturen die worden gezien gelden voor de geheel groep> wij-zij denken (verschildenken)
focus op diversiteit binnen etnische minderheden en meerderheid, lichte vorm verschildenken
diversiteit in het algemeen, alle normen en waardone komen uit de geschiedenis
jongeren uit etnische mindereheden en hun onderwijskansen
combinatie van kennise, vaardigheden en houding van docent.
taal, didactiek, sociale interactie en identiteit, relatie met ouders, relatie met zorginstallingen, school in de wijk
Er zijn verschillende frames, leerkracht moet zich bewuste zijn van deze frames en weten hierop in te spelen
bepaalde basiskennis dat verwacht wordt van kind in de klas
verschil tussen academische taal gebruik en dagelijks taal gebruik
betekenisvolle leersitauties creeren en koppeling maken tussen leerinhoud en dagelijks leven
zorgen voor goed pedagogisch klimaat, letten op sfeer, gevoel leerlingen, veilige plek
Discrepantietheorie.
Identiteit en transitie ervaring.
Acculturatietheorie en identiteit.
kinderen met migratieachtergrond maken veranderingen mee, ook op schoolse vlak, laterale transitie en collaterale transitie
in verschillende landen naar school gaan
er is een vershil tussen thuis- en schoolcultuur
kinderen gebruiken bepaalde acculturatiestrategieen, leerkracht moet zich hiervan bewust zijn, adversial, ethnich flight , biculturele en identity changing
kinderen nemen afstand van thuiscultuur
kinderen wijze de nieuwe cultuur af
combi tussen eigen en nieuwe cultuur, meest succesvol
er worden op verschillende momenten verschillende culturen toegepast
leraren zijn in de gelegenheid om op eigen vaardigheden te reflecten en functioneren, culturele achtergrond van leerlingen heeft invloed op docentengedrag, 2 dimensies: invloed en nabijheid
dimensies ontwikkeld waarin culturen van elkaar verschillen op basis van waarden, normen en wensen
mate waarin sommige mensen machtsongelijkheid accepteren, leerlingen met culturele achtergrond zijn dit gewend
verschillen tussen groepbelang en individueel belang, kinderen met culturele achtergrond vaker groepsbelang
mate waarin mensen zich bedreigd voelen door onzekerheid, leerlingen met culturele achtergrond lagere onzekerheidstolerantie