hoofd hals; nomenclatuur
Boven
Superior/craniaal
Onder
Inferior/caudaal
Vooraan
Anterior/ventraal
Achteraan
Posterior/dorsaal
Tip of punt
Apex
Mediaan vlak/ midsagittaal vlak
Verdeelt het lichaam in 2 vlakken. links en rechts
sigittaal/para-sagittaal vlak
Evenwijdig aan het mediaan vlak.
horizontaal/axiaal/transversaal vlak
Verdeelt het lichaam in superior en inferior.
Fontaal/coronaal vlak
Verdeelt het lichaam in anterior en posterior
Axiaal vlak
horizontaal. van boven naar onder
Sagittale vlak
Mediaan vlak. zij aanzicht
coronale vlak
Frontale vlak. Voor aanzicht met de patient naar jou toe kijikend.
Mediaal
Dichtbij het mediane vlak
Lateraal
Verder van het mediane vlak
proximaal
Dichtbij het aanhechtingspunt
distaal
verder van het aanhechtingspunt
Ipsilateraal
Aan de zelfde zijde van het mediane vlak
Contralateraal
Tegenover zijde van het mediane vlak
Superficiaal
Oppervlakkiger
Profundiaal
Dieper
Intern
Binnenin gelegen
Extern
Buitenaf gelegen
Hypertrofisch/hpertrofie
Groter dan
Hypotrofisch/hypotrofie
Kleiner dan
Macro
Groter
Micro
kleiner
Vestibulair/buccaal
Naar de wangen toe
vestibulair/labiaal
Naar de lip toe
linguaal
Naar de tong toe
palataal
Naar het palatum toe
mesiaal
Naar de middenlijn toe
Distaal
Van de middenlijn weg
tand: Coronaal
Naar de kroon van de tand toe
Tand: Apicaal
Naar het worteluiteinde toe
Tand: peri-apicaal
Voorbij de apex
Tand: occlusaal
Het kauwvlak
Tand: Incisaal
Snijrand
Tand: cervicaal
Tandhals
Tand: radiculair
Met betrekking tot de wortel
Tand: peri-radiculair
Voorbij de wortel
Tand: aproximaal
Mesiaal of distaal
Tand: interproximaal
Raakvlak tussen 2 tanden