wat bestaat en maakt dat iets bestaat / aard van de wereld en wat daar over geweten is
externe realiteit bestaat ongeacht begrip of overtuiging
externe realiteit bestaat niet los van onze overtuigingen en begrip
realiteit is direct en accuraat opserveerbaar
realiteit bij benadering of imperfect gekent
realiteit heeft verschillende levels:
1 empirisch domein: kan gemeten worden door zintuigen
2 reeel domein: onderliggende processen
3 actueel domein: bestaat ongeacht of het bestudeerd wordt
externe realiteit bestaat, maar wordt enkel gekent door menselijk brein en sociale constructies
gedeelde sociale wereld; representaties geconstrueerd en gedeeld door mensen in bepaalde contexten
geen gedeelde realiteit, alleen serie van verschillende constructies
hoe we leren over de sociale wereld, wat de basis vormt van onze kennis
bottum-up, bewijs, conclusie van observatie naar wetten
bottum-down, van theorie naar hypothese toetse adhv observatie, hypothese bevestigen of ontkrachten
mechanismes achter de datapatronen detecteren, testen van verschillende modellen
categorien door onderzoekers op basis van verslagen van deelnemers over alledaagse activiteiten.
dit bestaat uit:
1 first order concept: imput van de deelnemers
2 second order concept: abductie in de categorien van de onderzoeker
realiteit spiegelen vs. fallaibistische modellen: alle kennis is voorlopig
waarden van de ontvanger of maker hebben invloed op kennis
een stelling is waar als die overeenkomt met de onafhankelijke realiteit
een verslag is waar indien deze ondersteund wordt door meerdere andere verslagen
overtuiging is waar als deze praktisch nut heeft
onderzoek is niet waardenvrij, onderzoekers zijn hier open over in hun studie
empirisme en de wetenschappelijke methode:
-bewijs wordt objectief verzameld gebaseerd op objectieve observaties en zintuigen
-maakt kennis
-identificatie van algemeenheden en constante conjuncties
-inductief redeneren na dataverzameling
-correspondentie theorie werkelijkheid kan accuraat gekent worden
-hypotheses worden gemaakt in functie van de verwachte relatie
-empirisch testen door observaties van hypotheses
-deductief redeneren voorafgaand aan dataverzameling
-realiteit blijft onveranderd tijdens onderzoeksproces: dit is objectief en waardenvrij onderzoek
coherentie theorie: kennis is voorlopig en fallibistisch
tussen:
-positivisme ( materiele condities+betekenis sociale acties)
&
-interpretivisme = observatie en interpretatie ( begrip van subjectieve betekenisvolle ervaringen
1 direct observationeel begrip
2 verklarend/motiverend begrip)
kenmerken: kennis wordt actief geconstrueerd; natuurwetenschappelijke methode niet geschikt ivm de aard van de sociale wereld die niet geregeerd wordt door wetmatigheden.
- kennis=begrijpen en oderzoeken van de sociale wereld
-focus ligt op= betekenissen en interpretaties gebaseerd op deelnemers
-inductief= interpretatie uit data
-observaties= theoriegeladen. gestuurd door ideeen en aannames
vaak dmv observatie
-het begrijpen van de sociale wereld door onderzoek te doen binnen de groep
betekenis die mensen toeschrijven aan bepaalde fenomenen
hoe mensen hun sociale werkelijkheid construeren en begrijpen
adhv:
conversatie-analyse: analyse van de taalopbouw
discourse-analyse: analyse van kennisproductie binnen redevoeringen
onderzoek naar denkprocessen tijdens cognitieve taken
inzicht in psychologische denkprocessen dmv onderzoek naar relevante ervaringen van deelnemer
kwalitatieve onderzoeksmethode die gericht is op het ontwikkelen van theorien gebasseerd op de data die verzameld wordt.
- hierbij wordt nieuwe data constant vergeleken met bestaande data en categorien om de theorien te verfijnen en ontwikkelen.
=voorbeeld van grounded theorie
- studie naar gedrag en sociale rollen; hoe interpreteren mensen hun omgeving + hoe reageren ze hierop
studie naar persoonlijke constructen die deelnemers gebruiken om betekenis te geven aan hun denken en gedrag
studie naar onderliggende structuur van gedrag en de betekenis die mensen hieraan geven
de nadruk bij deze benadering ligt op begrijpen en interpreteren van betekenis
- omstandigheden onderzoeken waarin menselijke daad werd geproduceerd om betekenis te interpreteren
alle betekenissen zijn een product van tijd en plaats
voorbeelden van post modernisme:
-narative analyse= studie van manier waarop mensen verhalen vertellen
-critical theorie = invloed van materiele condities op gedrag; denk aan: mensen in staat stellen beperkende sociale omstandigheden te overwinnen
-participatief onderzoek= user led research, samenwerken met deelnemers, positive outcome
(het gehanteerde perspectief steeds benoemen)
-ontologisch uitgangspunt
-epistimologisch uitgangspunt
-pragmatisme
-constructivisme
-positivisme
-post-postpositivisme
objectieve realiteit bestaat
kan waargenomen en gemeten worden
er bestaat meetfout en bias
-correspondentie theorie= een stelling is waar als ze overeenkomt met onafhankelijke realiteit
-fallibisme
-een uitgangspunt hiervan is:
empatische neutraliteit
-overtuiging is waar als deze praktisch nut heeft
uitgangspunten:
-objectieve realiteit bestaat
-het is bruikbaar binnen:
1systematische review/meta-analyse
2kwalitatief onderzoek
3kwantitatieve survey
4experiment of longtitudinale survey
kenmerken
-begrijpen en onderzoeken van de sociale wereld van deelnemers
-het is inductief uit data
-theoriegeladen
-werkelijkheid kan accuraat gekent worden
-directe observatie door zintuigen
-inductief
-correspondentie theorie: werkelijkheid kan accuraat gekend worden
- deductief objectief waardevrij onderzoek
- coherentie theorie: kennis is voorlopig en fallibistisch
1 ontwerp onderzoeksvraag
2 bepalen methode van dataverzameling
3 tijdsframe
4 gebruik vergelijkbaar en casestudy design
5 specifieke desisg overwegingen
6 resources en timing
simplitisch inductivisme= hopen dat onderzoeksconstructen voortkomen vanuit diepgaande blootstelling
kitchen sinkers= ongeordende en ongestructureerde ideeen
de grote theoreticus= te weinig kritisch over een theorie, moet herinnerd worden aan rol van nieuwe data tijdens onderzoek
terugkeer naar reeds verzamelde datasets met een bepaald doel
1 gedetailleerd onderzoek
2 vergelijking
3 data vanuit andere invalshoek vergelijken
deelnemers beschermen tijdens de dataverzamelingsfase
onderdeel van ethiek, fatsoenlijk handelswijze
-maakt afwegingen kosten en baten van studie
-bekijkt (negatieve) gevolgen deelnemers deelname aan onderzoek
-bekijkt mogelijke opbrengsten van onderzoek (data)
-controleerd informed consent
bestaat uit:
- uitleg belasting van deelnemers
-hoe data vertrouwelijk behandelt wordt
-hoe anonimisatie werkt
-uitleg dat deelnemer vrijwillig deelneemt
-uitleg deelnemer vrij is om te stoppen
- deze moet ondertekend zijn door deelnemer en onderzoeker
-onnder 18 jaar getekend door ouders/voogd
nuttig bij interviews en focusgroepen als:
- complexe interactie is
- bij instinctieve reactie
- interactie met omgeving
- fysieke context
intenties en vormen van dataverzameling
-beschrijvende observatie
-gefocuste observatie
-selectieve observatie
het object, tijdstip, wat het moet opbrengen wordt voorbereid
1 selectiviteit= beperkt aantal zintuigen, beperkte capaciteit
2 subjectiviteit= verkregen info wordt vervormd door observant
-neutraliseert selectiviteit en subjectiviteit
-lijst met te scoren gedragingen
meet de validiteit van een operationalisatie van een construct adhv:
validiteit stimuli onderzoeken
validiteit responsregistratiesysteem onderzoeken
er wordt gebruik gemaakt van :
Think-aloud-methode & probing
items worden geinterpreteerd zoals onderzoekers bedoelen. procedure is niet verwarrend voor deelnemer
-begrip van de vraag
-ophalen van informatie uit geheugen
-beslissingsproces