french cinquante-deux A,B and E
de vakantie
les vacances
de camping
le camping
hij is
il est
ik zoek
je cherche
alsjeblieft
voilà
ik spreek, ik praat
je parle
een beetje
un peu
Frans
français
ik ben
je suis
Nederlands(e)
hollandais(e)
en
et
ja
oui
nee
non
hier
ici
dus
alors
sorry
pardon
dankjewel
merci
geen dank
de rien
hallo
bonjour
tot ziens
au revoir
het hotel
l'hôtel
het zwembad
la piscine
het meisje
la fille
de jongen
le garçon
geweldig
génial(e)
alstublieft
s'il vous plait
met
avec
ook
aussi
altijd
toujours
in
dans
de familie
la famille
de ouders
les parents
er is, er zijn
il y a
de zus
la sœur
de broer
le frère
ik vind leuk / houd van
j'aime
ik heb liever
je préfère
dat is; het is
c'est
klein
petit(e)
groot
grand(e)
het strand
la plage
de zee
la mer
het probleem
le problème
de boodschap
le message
waarom
pourquoi
kijk (naar)
regarde
helpen
aider
we zijn gek op
on adore
erg
très
te, te veel
trop
vandaag
aujourd'hui
morgen
demain
misschien
peut-être
oké
d'accord
bijna
presque
veel
beaucoup
iets
quelque chose
mooi
beau
super
super
vreemd
bizarre